Hier sta je bij een zogenaamde faunapassage. Dat is een veilige oversteekplaats voor kleine dieren zoals een muis en een egel.
In Pijnacker zijn daar in de laatste jaren een aantal van aangelegd. Bij een paar daarvan willen we je iets vertellen over wat er te vinden is. Als je de wandeling vervolgt via de route die we hebben uitgezet, laten we je zien hoe leuk de Natuur in Pijnacker Noord is.
Op deze plek willen we je kort wat vertellen over enkele zoogdieren en weekdieren.
Zoogdieren
De rosse woelmuis heeft een voor een woelmuis vrij spitse snuit en duidelijk uitstekende oren. Zijn vacht is op de rug en de kop opvallend rossig bruin, de flanken zijn grijs en de buik is witgrijs. Hij is zonder staart ongeveer 13,5 cm lang. Die staart is tweekleurig en nog eens ongeveer 7 cm. De rosse woelmuis is overdag vaak te zien,, terwijl zijn familie van andere woelmuizen vooral in de avond en nacht actief zijn.
Het beestje komt vooral voor op plekken waar ook mensen leven. Want waar mensen zijn, daar is ook genoeg voedsel te vinden. Hij/zij heeft een spitse kop, grote oren, kraaloogjes en een bruingrijze vacht met een witte buik.
Hij is ongeveer 7 tot 10 cm groot met een lange dunne staart.
De bruine rat is een middelgroot knaagdier met een grijsbruine vacht die aan de buikzijde lichtgrijs tot vuilwit is. De vacht is lang en stug.In het wild komen meerdere variaties in kleur voor, van zwart tot bruin en af en toe een albino variant. Jongere dieren hebben een zachtere, lichter grijze vacht. Soms zijn de voorpoten zeer licht van kleur en/of heeft de borst een witte vlek.. De bruine rat heeft een vrij korte, spitse snuit met lange snorharen, kleine duidelijk zichtbare en behaarde oren en donkere ogen. De staart is rond en altijd korter dan het lichaam, bijna kaal, en heeft 163 tot 205 ringen.Ratten kregen vroeger de schuld van het verspreiden van de pest, we weten nu dat het niet hun schuld was maar dat het gebrek aan hygiëne van de mens er voor heeft gezorgd.
Weekdieren
Veel mensen hebben iets tegen slakken, maar er zijn ook mensen die ze graag eten!
Slakken komen zowel in het water als op het land voor. Er zijn er met een huis en zonder
een kalkhuis op de rug, de zogenaamde naaktslakken.
In onze tuinen komen de landslakken vaak voor omdat we ze veel te eten bieden.
Veel Weekdieren waartoe de slakken behoren zijn eigenlijk vooral te vinden in het water! Ze worden veel gegeten door vogels, egels en sommige reptielen. Ze verplaatsen zich met een buikspier over het slijm wat ze zelf maken. Vooral op het land is dat vaak goed te zien op onze paden.
Er zijn veel soorten weekdieren, schattingen in 2019 gaan uit van ongeveer: 50.000 tot 55.000 op het land.
In de zee 25.000 tot 30.000 land- en 6000 tot 7000 zoetwaterweekdieren.
Verder lezen?
Over zoogdieren:
https://www.zoogdiervereniging.nl/ Over slakken:
https://www.spirula.nl/spirula/