Planten
“Wanneer je langs netels strijkt branden ze; doch wanneer je ze kloek grijpt, sparen ze je” Er is zo veel te vertellen over planten dat we daar hier maar een heel klein beetje op ingaan. De meeste planten die in onze wijk groeien zijn daar bewust neergezet, op sommige plaatsen is er meer ruimte voor de natuur om zelf te bepalen wat er groeit.
Daar vind je planten die door veel mensen het stempel “onkruid” krijgen. Maar er zijn ook mensen die zeggen dat onkruid niet bestaat, het staat alleen op een plaats waar je het niet wilt hebben.
Maar vooral naar die planten moet je eens goed kijken.
Als voorbeeld nemen we de Brandnetel:
In de loop van onze geschiedenis heeft de brandnetel een slechte naam gekregen door zijn netels die jeuk veroorzaken, maar rond 1800 schreef de uit Duitsland afkomstige Friedrich Rückert al het volgende:
“Wanneer je langs netels strijkt branden ze; doch wanneer je ze kloek grijpt, sparen ze je”
Probeer de plant meer eens stevig vast te grijpen, als je durft!
In volksverhalen komt de netel al voor bij de Grieken en in de Middeleeuwen werd de plant gebruikt om er neteldoek van te maken. We kennen dit ook als kaasdoek dat gebruikt wordt bij het maken van kaas om die uit te laten lekken.
Een vermaarde non uit die tijd was Hildegard van Bingen, zij raadde aan verse netels gekookt te eten om je maag schoon te maken. Brandnetelthee is nog steeds geliefd.
Maar ook voor vlinders is de brandnetel erg belangrijk. Eerder zag je al een afbeelding van een vlinder: de kleine vos. Deze zet zijn eitjes echt alleen mar af op de brandnetel. We kunnen deze plant dus echt niet missen.
Afb. uiterst rechts by Frank Vincentz, CC BY-SA 3.0
Paardebloem
Alweer zo’n bekend plantje. Iedereen heeft in zijn of haar leven wel eens een bol paardebloemvruchtjes gepakt en uitgeblazen, want alles in één keer weg, dan had je de rest van de dag of week geluk! En anders ben je de duivel!
Er zijn honderden andere benamingen voor deze plant in de verschillende delen van Nederland. Bijvoorbeeld: kettingbloem, monnikskruid, pissebed, uitblazertjes, molsla, konijnegroen, melkbloem en paardesla.
Duitsland kent er zelfs meer dan 500. Veel van de bijnamen zijn ontstaan door het gebruik van de paardebloem als
geneesmiddel voor bijvoorbeeld problemen met de urinewegen of als diervoer.
Verder lezen? Overplanten: https://floravannederland.nl/
